In het jaar 1865 ging Station Almelo open. Vanaf hier ging de trein naar Oldenzaal en de Duitse stad Salzbergen. Deze spoorlijn ging dwars door de wijk De Riet, die vanaf 1917 gebouwd werd.
In 1925 kreeg De Riet een eigen perron en drie jaar later volgde een station. De eerste jaren was het een kaal perron.
In 1928 plaatste de Nederlandsche Spoorwegen twee houten abri’s, twee wachtlokalen. Deze werden op 3 oktober 1928 in gebruik genomen.
In dat jaar kwam ook een wachtpost met woonhuis, aan de stadskant van het spoor. Het woonhuis was officieel Wachtpost 5, later Rietstraat 224. In de begintijd bedienden de vaste bewoners, blokwachter Koop en zijn vrouw, de spoorbomen en signalen.
In de jaren 30 kwam tegenover het woonhuis een houten seinhuis. Vanuit dat huis werden de spoorbomen van de bewaakte overweg in de Rietstraat bediend. Ook kon je hier kaartjes van karton kopen voor een rit met de trein, de zogeheten Edmondson-kaartjes. Achter het seinhuis stond een toilethokje (schijthuuske) en een kolenopslag voor de kolenkachel die het seinhuis moest verwarmen.
In 1956 diende de NS een aanvraag in voor het bouwen van een nieuw station bij De Riet, dat vervolgens in 1957 werd gebouwd.
Het ging om een standaardstation, een betonnen bouwwerk ontworpen met loketten voor de verkoop van treinkaartjes, een wachtkamer, een ruimte voor bagage en openbare toiletten.
In 1965 werd de naam Halte De Riet door de NS gewijzigd in Station Almelo De Riet.
Het stationsgebouw is tegenwoordig in gebruik als cafetaria met de naam "Frietstation".